Het GVB en de argumenten - Hoofdartikel
(Uit Het Parool, 16 mei 2002) Zes jaar is erover gepraat en twee jaar had de Amsterdamse gemeenteraad nodig om een besluit te nemen: het GVB moest op eigen benen komen te staan om het sukkelende bedrijf er weer bovenop te brengen. Want dat het nu slecht gaat met het vervoerbedrijf, staat buiten kijf: elk jaar nemen de kosten toe, het ziekteverzuim is met achttien procent schrikbarend hoog en alom wordt geklaagd over vuil, onveiligheid en een gebrek aan stiptheid. Verzelfstandiging, oordeelde een meerderheid van de gemeenteraad, biedt de beste kans dat het ooit nog goed komt met het GVB. Laat de gemeente bepalen wát het GVB moet doen en laat de directie uitzoeken hóe je dat het beste voor elkaar krijgt. Giet dat in een waterdicht contract en we zullen zien: het gaat een stuk beter. De bevolking van Amsterdam heeft gisteren anders geoordeeld: twee van de drie kiezers vinden dat het GVB een ambtelijke dienst moet blijven. En waar de kiezer spreekt, houdt alles op, want in een democratie heeft de kiezer altijd gelijk. Maar waar heeft de kiezer zich op gebaseerd? Op een gedegen studie van alle argumenten? Of toch maar op de oneliners die in de strijd zijn geworpen? 'Het is óns GVB', 'verzelfstandiging leidt automatisch tot privatisering', of - de ergste van allemaal, bedacht door de SP - 'als de verzelfstandiging doorgaat, wordt buslijn 30 als eerste opgeheven'. Het zijn stuk voor stuk slogans die met weinig moeite zijn door te prikken. Ook na verzelfstandiging zou het GVB voor honderd procent in handen blijven van de gemeente, voor privatisering moet een apart - en dus referendabel - besluit worden genomen. En besluiten over opheffing van een buslijn zouden ook na een verzelfstandiging nog steeds door de gemeenteraad worden genomen, niet door de directie van het GVB. Vechten tegen spookbeelden noemde Ton Elias, het brein achter de gemeentelijke campagne, zijn strijd tegen de tegenstanders van verzelfstandiging. Vechten tegen leugens noemde wethouder Geert Dales het in iets krachtiger bewoordingen. Het kan met gemak worden afgedaan als het verweer van mannen die niet tegen hun verlies kunnen, maar dat is niet terecht. Het comité 'Ons GVB geen NV' zou eens bij zichzelf te rade moeten gaan of het de democratie een dienst heeft bewezen met zijn manier van campagnevoeren. Want ja, de kiezer heet dan altijd gelijk te hebben, hij heeft ook recht op de mogelijkheid een afweging te maken tussen eerlijke argumenten. En daar is het deze keer niet van gekomen. |
|||