Boze lezers en het journalistiek tekort Na de moord op Pim Fortuyn ligt niet alleen de politiek onder vuur. Ook de journalistiek wordt bekritiseerd. Sommige lezers wantrouwen de berichtgeving, ook van NRC Handelsblad. Televisie en kranten zouden Pim Fortuyn hebben gedemoniseerd. Een selectie boze brieven en een gesprek met drie deskundigen. 'Ik neem mijn krant net zo serieus als de cartoons.' Lezers zijn boos. Al meer dan vijf weken. En zij niet alleen. Ook bij de kapper, op verjaardagen, bij de bushalte, in het café en op internet klinkt wrok. De moord op Pim Fortuyn, zo valt te beluisteren, heeft alleen kunnen gebeuren doordat politici en media een gevaarlijk klimaat hebben geschapen. De advocaten Spong en Hammerstein hebben dat ongenoegen vertaald in een aanklacht tegen politici en journalisten. Toen het openbaar ministerie afgelopen dinsdag besloot niet tot vervolging over te gaan, kondigden de raadslieden aan bij het gerechtshof in Den Haag alsnog vervolging af te dwingen. Het discussieforum bij uitstek, zo bleek de afgelopen maanden, was internet, het eigentijdse praathuis voor het 'gewone' politieke debat, waar duizenden mensen tegelijk ongecensureerd en anoniem kunnen discussiëren over wat hen bezighoudt. Talloze elektronische forums werden in het leven geroepen voor discussies, aanmoedigingen, verwensingen rondom de persoon van Pim Fortuyn en diens gedachtegoed. Talloze andere forums werden overspoeld met meningen, voor en tegen, vaak keihard, vol emoties en ongecensureerd - geluiden die via de gevestigde journalistieke kanalen van kranten, televisie en radio niet of nauwelijks doorklonken. De vraag rijst of, en zo ja waarom, de traditionele journalistiek, net als de grote verliezende politieke partijen bij de verkiezingen, geen oor heeft gehad voor de stem van het volk. Zijn journalistiek en politiek zo dicht tegen elkaar aangeschurkt dat iedereen verrast is door wat er nu werkelijk leeft onder de burgers? Hebben journalisten de werkelijkheid uit het oog verloren? Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat bijna 80 procent van de journalisten uit alle persgeledingen stemt op een linkse partij, schreef een bezoeker van de website van NRC Handelsblad. ,,Wat menigeen vermoedde, blijkt dus te kloppen. Reeds eerder schreef ik dat het een schande is voor de pers dat zij totaal niet voorzien heeft wat Fortuyn losgemaakt heeft. We zitten al jaren opgescheept met een partijdige, onprofessionele pers die het publiek met eenzijdige commentaren probeert te indoctrineren. Het wordt hoog tijd dat er in het kader van de vernieuwing als tegenwicht een onafhankelijk serieus, rechts dagblad komt.'' Datzelfde wantrouwen klinkt door in een bericht van een anonymus op 10 mei op het forum van www.tiscali.nl: ,,Oh ja, journalisten die zijn bijna allemaal links. Variatie is goed, meningen ook, maar zo'n dominantie zegt veel. Onderzoek: meeste politieke berichten in de kranten gingen over Fortuyn, meestal negatief. Niet positief of neutraal dus. Verpakt in de objectieve berichtgeving. Een aanslag op de democratie in feite als dit zich continueert. Nu is hij dan dood. Ook de media zijn verantwoordelijk voor een deel.'' Heeft de journalistiek zitten slapen? Hebben journalisten een partijpolitieke agenda afgewerkt? Heeft de journalistiek inderdaad de realiteit uit het oog verloren? Schrijver en journalist Geert Mak vindt van niet. Hij was tot begin jaren negentig verslaggever voor deze krant, onder meer op de stadsredactie van Amsterdam. Journalisten van kranten, radio en televisie zijn wel degelijk de wijken in gegaan, de straat op, zegt hij. ,,Je struikelt al jarenlang over de sociale reportages in bladen als Vrij Nederland, bij de VPRO, maar ook in dagbladen als de Volkskrant en NRC Handelsblad. Week in, week uit waren er reportages over sociale onderstromen uit de buurten en de wijken.'' Oud-journalist Ton Elias, tegenwoordig adviseur mediastrategie, ziet dat anders. Wat Mak zegt kan best wezen, zegt Elias, tot acht jaar geleden parlementair journalist bij onder meer Den Haag Vandaag en RTL-4, maar journalisten hebben de feiten uit het oog verloren. Ze leveren vooral commentaar, vergeten de verslaggeving, vergeten te beschrijven wat er werkelijk gebeurt in de samenleving, en hoe het zit. ,,Ik ben eind jaren tachtig onder meer bij Den Haag Vandaag weggegaan omdat de rubriek ging meespelen op het voetbalveld in plaats van aan de zijlijn te staan en te beschrijven wat er op het veld gebeurde. En dat zie je in feite overal gebeuren. Journalistiek heeft zich nogal eens ontwikkeld tot een papegaaiencircuit.'' De Amsterdamse communicatiewetenschapper Jo Bardoel herkent wel iets in het standpunt van Elias. De traditionele journalistiek is sinds de jaren zestig van de vorige eeuw verzakelijkt, zegt hij, en daar moet nu tol voor worden betaald. ,,De journalistiek is een echte professie geworden, steeds meer een kantoorbaan waarbij het nieuws met de moderne communicatietechnieken en de ontwikkeling van internet vanzelf op de redactiebureaus terechtkomt.'' Terwijl journalisten vroeger gedwongen waren het nieuws te gaan halen, letterlijk op straat - de verslaggever van de oude stempel die met pen en opschrijfboekje uitrukte naar de brand, om de gebeurtenis uit eigen waarneming te beschrijven, 'met de poten in het bluswater', zoals journalisten van de oude stempel dat pleegden te noemen. In feite, zeggen Elias en Bardoel, leven burgers en journalisten steeds meer in hun eigen wereld. Ontevreden burgers en kiezers ventileren hun mening op internet, politici gebruiken de gevestigde media als kranten en actualiteitenprogramma's. ,,Traditioneel was er een duidelijke scheiding tussen enerzijds de media (radio, televisie en kranten) die het officiële debat in al zijn plechtstatigheid volgden'', zegt Bardoel. ,,Anderzijds was er het één-op-één-gesprek tussen mensen in de kroeg, op straat, en op verjaardagen. Internet zit daar tussenin. Dat wordt nu gebruikt omdat mensen elders blijkbaar niet meer terecht kunnen of willen. Hetzelfde fenomeen zag je in de tijd van de piratenzenders op radio en televisie. Daar werden pornofilms uitgezonden en muziek gedraaid die door de traditionele kanalen werden gemeden.'' Het gevolg is duidelijk, zeggen Bardoel en Elias. Journalisten laten hun oren hangen naar ,,beleidsleuteraars, hoogleraren en voorlichters'' (Elias). Een doorsnee journalist praat met journalisten, gaat 's avonds naar de kroeg en praat daar weer met journalisten en komt zijn wereld niet meer uit. Journalisten hebben zich in hun eigen, aparte wereld opgesloten, aldus Bardoel en Elias. En creëren zo samen met de politici hun eigen taboe-onderwerpen. Voorbeelden. Het is 1977 als het kabinet Van Agt-Wiegel aantreedt. Journalisten zitten bij de PvdA op schoot en schrijven klakkeloos, zegt Elias, dat het kabinet niet langer dan een half jaar zal zitten. Het is 1986 als Elias voor Den Haag Vandaag Hans Janmaat interviewt die was gekozen in de Tweede Kamer. Opinievormend Nederland sprak er schande van, terwijl de Kiesraad had geoordeeld dat de politicus Janmaat de Kamer in kon. Wat een onzin, zegt Elias ,,Voor hetzelfde geld was het toen mode geweest bij de opiniekliek dat de CPN niet kon. Dat is je taak als journalist niet. Je hoort feitelijk en precies door te geven. Niet meer, maar ook niet minder.'' Tien jaar geleden interviewt RTL-4 toenmalig hoofdcommissaris van politie Nordholt uit Amsterdam. Vraag: hoeveel procent van de straatovervallers is van allochtone afkomst. ‘Hoe haal je het in je hoofd om zulke racistische vragen te stellen', kreeg Elias vervolgens te horen van de ene na de andere collega. ,,Journalisten die een hekel hebben aan feiten. Acht van de tien overvallers bleken allochtoon.'' De tekortkomingen zouden minder erg zijn als journalisten zich daarvan maar bewust zouden zijn. Als ze zouden doen aan verantwoording achteraf, zelfcontrole. Maar dat is het probleem, zegt Elias. Die is er niet, ook niet bij de Raad voor de Journalistiek (,,dat zijn zelf journalisten''). ,,Zelfkritiek ontbreekt. Dat hoort niet in de journalistieke cultuur van Nederland. Het is de meest gesloten beroepsgroep van Nederland - met de langste tenen van Nederland. En het vervelende is dat een heleboel journalisten maar wat aanrotzooien. Ze zijn niet zorgvuldig, ze zijn laks onder het mom van onafhankelijkheid en antiburgerlijkheid. Terwijl de impact van de berichtjes vele malen groter is dan ze zich realiseren. En die onzorgvuldigheid ervaart iedereen die zelf onderwerp is geweest van de journalistiek. Ik noem dat een detournement de pouvoir, een verkeerd gebruik van de microfoon. '' Hoe nu verder? Geert Mak wil in elk geval niet dat media meegaan in het taalgebruik van de internetfora. ,,Ik vind het goed dat er een soort beschaving bestaat bij de media, een soort censuur. Internet is een net voor meningen, niet voor feiten. Er wordt niets gecheckt of geordend, je kunt alles maar uitkotsen op het internet. Het is een soort bekentenisdagboek voor de massa, je leest er dingen die men vroeger op verjaardagen tegen elkaar zei.'' Ton Elias wijst naar de Britse journalistiek, de school van Jeremy Paxman, onder meer presentator van het BBC-nieuwsprogramma Newsnight. Onderwerpen fileren met scherpe, feitelijke, precieze boeren-verstandvragen. En dat betekent dus ook dat journalisten Fortuyn hadden moeten aanspreken op zijn omstreden uitlatingen in de Volkskrant in februari van dit jaar. Daar zei hij dat als hij het ,,juridisch rond zou kunnen krijgen'' er ,,geen islamiet meer binnen'' zou komen. De islam is achterlijk, ik zeg het maar, het is gewoon een achterlijke cultuur.'' Elias nu: ,,Dat was extreem-rechts, hoe je het ook wendt of keert. En dat dreigen we nu om de lieve vrede ook maar weer te vergeten.'' |
|||