Ton Elias leverde een bijdrage over mediatraining voor de tentoonstelling '10 jaar Fokke & Sukke' in het Persmuseum in Amsterdam. De tentoonstelling is geopend op 11 december 2003 en loopt tot 22 februari 2004.

 

Het zwarte gat

We schrijven 1988. Iedereen weet het nog: een foto van een naakt meisje in een gesticht, vastgeketend aan de muur. Waarom weet iedereen het nog? Omdat het een hard beeld was. In schril contrast met wat je dacht: ze zitten fijn in de bossen en ze worden lief verzorgd.

Op TV wordt een inspecteur voor de geestelijke volksgezondheid geïnterviewd. Het is een zogeheten 'kruisgesprek': de presentator zit in Hilversum en de arme stumper ergens op locatie. Hij moet rechtstreeks in het zwarte gat turen dat de camera nu eenmaal is en dat steeds maar blijven doen. Tegelijkertijd moet-ie bondig én helder formuleren. Én emotie tonen, gelet op het onderwerp. Én binnen de grenzen van zowel z'n inhoudelijke als hiërarchische mandaat blijven: wat kan hij wel en wat kan hij niet vertellen. Én niet draaien, want draaien op televisie wordt genadeloos doorgeprikt.

Dat kan deze brave lieverd, die pardoes voor de leeuwen wordt gegooid, natuurlijk voor geen meter allemaal uit zichzelf. 

Onder journalisten is het gemeengoed dat een interviewtraining een truc is om een bobo te leren hen te snel af te zijn. Ze hebben er dan ook de pest aan. Bovendien is een karikatuur vlot gemaakt, al zijn ze lang niet altijd zo leuk als die van F&S. 
Het zou me daarom wat waard zijn eens een schrijvend journalist uit te nodigen bij een mediatraining om te laten zien wat er dan zoal gebeurt. Het zal er wel niet van komen, omdat m'n klanten dat niet willen. In het begin worden die namelijk nogal afgedroogd. Ik geef ze niet zo vaak, maar de hoofdboodschap van zo'n training, geloof het of niet, is namelijk: spreek je moers taal. Zeg duidelijk wat je bedoelt en laat de Engelse apekool van de directievleugel thuis. Geef stomme fouten gewoon toe in plaats van ze onhandig te verbloemen, want de interviewer trekt je uiteindelijk toch door de heg. Dat draaien kost bovendien geloofwaardigheid en dus klanten. 

De grap is dat hoe normaler die getrainden doen, hoe beter en duidelijker hun boodschap wordt. Dat is ook in het belang van het publiek en dus van de journalist.

Maar ik ben verdacht als bron. Want ik geef ze weleens. En tegen karikaturen, zeker goeie, kan geen argument op.

 

Ton Elias