Sinds januari 2002 schrijft Ton Elias maandelijks een column in het vakblad De Journalist.
Censuur (20 december 2002)

Piet Hagen, de nu helaas afzwaaiende hoofdredacteur van dit blad, was collega als onderwijsredacteur bij Trouw van mijn vader die dat bij dagblad De Tijd en later NRC-Handelsblad was. Ik hoorde ze als puber op verjaarsfeestjes thuis discussiëren over grote journalistieke dilemma's (Trouw ging 'om' inzake Nieuw Guinea). In hun werk waren het monumenten van inzet en precisie. Als ik nu tegen een van Hagens adviezen inga ('je mag in je column schrijven wat je wilt, maar hoed je voor de columnistenoorlog'), is het dus met enige schroomvalligheid, want ik heb hem zeer hoog zitten.

Piet, het ga je goed - en ik waag het er toch op. In mijn vorige column (15/11) maakte ik er gewag van verneukt te zijn door Yorin: ze hadden ruw materiaal waarover andere afspraken waren gemaakt misbruikt. Ene Lankreijer maakt zich daar in een ingezonden brief in het vorige nummer erg vrolijk om. Dat hij mij beledigt, deert me inmiddels niet meer. Ik ben eraan gewend geraakt dat journalisten kritiek op hun functioneren voornamelijk onder de gordel pareren. Wat blijft is verbazing over de kern van z'n stellingname: het slachtoffer moet beter opletten. Een journalist kan doen waar-ie zin in heeft, ook als er iets anders is afgesproken. De geïnterviewde moet maar niet zo dom zijn.

Het blad Spreekbuis (voor omroepmedewerkers) vroeg mij en drie anderen commentaar op het imago van de publieke omroep en of daar uit communicatie-overwegingen wat aan zou moeten verbeteren. Nou, daar heb ik inderdaad een mening over. Keurig mailtje terug van de verslaggeefster met een goeie weergave van mijn scherpe woorden. Twee weken later een enveloppe in de bus met het blad zelf. Dáárin klootloze citaten uit mijn mond en een kaartje van de vriendelijke verslaggeefster: 'Beste Ton, mijn eindredacteur heeft flink in je citaat geschrapt en er helaas alle 'scherpe kantjes' ook mee uit gehaald. Mijn excuses hiervoor. Groet, Annoesjka Brohm'.

Ben ik nu de enige die zich zorgen maakt om het gemak waarmee dit soort dingen gebeurt? Een blad drukt, zonder enig overleg, iets wezenlijk anders af dan wat ik zeg, maar mijn naam staat erbij. Vroeger heette dat censuur.

Er komt guur weer aan voor de journalistieke werkgelegenheid. Let straks op Het Parool, op RTL en op de regionale kranten. Het zou mooi meegenomen zijn als bij de ontslagen die gaan vallen meteen in journalistiek-kwalitatieve zin schoon schip gemaakt wordt.

Ton Elias