Sinds januari 2002 schrijft Ton Elias maandelijks een column in het vakblad De Journalist.
Angelsaksische kwaliteit (25 april 2003)

Bij kritiek op de kwaliteit van Nederlandse journalistiek worden vaak algemeenheden gedebiteerd. Een vage verwijzing naar de Angelsaksische pers pleegt nogal eens als doorslaggevend argument te volstaan. Concreet wordt het zelden.

Vandaar maar eens een voorbeeld. CNBC interviewt Anthony Burgmans over de jaarcijfers van Unilever, waar hij de scepter zwaait. Er zijn meerdere vragenstellers, het interview is live - en er zijn geen afspraken vooraf over gemaakt. De baas van een multinational, zo is de redenering van de zender, kent z'n bedrijf van haver tot gort. En we kunnen hem dus vragen wat we willen, op voorwaarde dat we ons huiswerk hebben gedaan en weten waarover we het hebben. Dat laatste is dan ook inderdaad het geval. Als Burgmans, alsof-ie Mao's rode boekje citeert zonder nadere uitleg van zijn "path for growth" gewaagt (de bedrijfsstrategie om ondermeer 1200 van de 1600 merken weg te snijden), onderbreekt de presentator hem om bondig maar inhoudelijk correct de kernelementen van die strategie weer te geven.

Er zijn vragen over het -onverwachte- betreden van de Amerikaanse markt, hoe het werkt om de spagaat van én minder kosten én groei te bereiken, over oplopende grondstoffenprijzen, over Irak en de wereldeconomie.

Verder is er éénduidige en professionele communicatie tussen de studio overzee en de topman in Rotterdam die klaarstaat voor het kruisgesprek: nog twee minuten, nog 1 minuut, nog dertig seconden. Dat is toch iets anders dan de geluidsman in spijkerbroek die de verbinding met Hilversum legt - en verder amper toelichting geeft.

En wat is de dubbele paradox? Eén: des te beter de zender zich vooraf informeert, hoe minder voorlichters geneigd zijn te neuzelen over afspraken vooraf. Twee: hoe lastiger en serieuzer de journalist, mits feitelijk goed geïnformeerd, hoe minder getormenteerd de geïnterviewde doet en hoe openhartiger hij is. Het is bijna onprofessioneel van de geïnterviewde: bij een slecht geïnformeerde TV-journalist kun je makkelijker je eigen boodschap kwijt. Maar louter omdat het spannender en leuker is als je mensen die van wanten weten als tegenspeler hebt dan wanneer je een luie slomerik treft, wordt het verhaal beter en scherper voor het voetlicht gebracht. Ook voorlieden van multinationals blijken dan gewone mensen van vlees en bloed.

En hoeveel vergt zo'n journalistieke investering nou eigenlijk echt? Twee uur het jaarverslag lezen en drie telefoontjes met goed ingevoerde analisten volstaan. Dat is dus drie uur werk, plus de behendigheid in de paar minuten dat contact vooraf is over de openstaande lijn de juiste toon te treffen.

Simpel? Kennelijk niet!

Ton Elias