Journalisten zijn slordig en ongemanierd (Uit de Volkskrant 18 juli 2002, pagina 7 Forum Opinie)

Journalisten hebben geen zelfkritiek en kritiek op elkaar vinden ze ook al uit den boze, vindt Ton Elias. 'Er valt amper regentesker gedrag te registreren dan wanneer een hoofdredacteur of journalist voor de camera wordt gehaald.' Tijd voor beter, onafhankelijk toezicht.

Door: Ton Elias
DE LIJST-Pim Fortuyn heeft bij monde van kamerlid Winny de Jong kritiek geventileerd op de pers. 'Andere wetten' zouden zelfs gewenst zijn, opdat 'andere reportages' tot stand zouden komen.

Hoewel haar opmerkingen nogal voorlopig zijn en precisie ontberen, valt er grote irritatie achter te proeven over de berichtgeving rond haar eigen politieke beweging, maar vooral ook inzake het gebrek aan journalistieke zelfkritiek. Die irritatie over dat laatste is terecht.

Er valt in Nederland anno 2002 amper regentesker gedrag te registreren dan wanneer een hoofdredacteur of journalist door een camera wordt benaderd. De nieuwe NOVA-baas Rik Rensen en de zich na de crisisvergadering van NOVA naarstig uit de voeten makende quizmaster-presentator Kees Driehuis, zijn er de jongste voorbeelden van. Dat is niet alleen onprofessioneel, maar ook maatschappelijk onaanvaardbaar: er leven immers dik een half miljoen kijkers mee met de voorgenomen ingrijpende programmawijziging. Dat zou Shell eens zo moeten doen als er wat loos is in Pernis..

Mijn kernbezwaar is: de journalistiek in Nederland hanteert onvoldoende en slecht werkende correctiemechanismen. Zo is Hilversum bijvoorbeeld één grote coterie - en voor je het weet zit je weer bij elkaar op sollicitatiegesprek, dus Jantje moet vooral niet lelijk doen tegen Pietje.

Verder vertoont de journalistiek uit zichzelf geen neiging tot verantwoording. Die zou er wel moeten zijn - en dan niet met een halfslachtige ombudsman zoals nu. Een ombudsman moet iemand zijn met journalistiek gezag. Voor deze krant zou een nurks als Jan Blokker er geknipt voor zijn.

Ik ben begonnen bij het universiteitsblad Folia Civitatis, een onafhankelijk blad van de universiteit, dat echter wel door die instelling betaald werd en waar je als journalist derhalve achteraf inhoudelijk verantwoording moest afleggen. Toen vond ik dat natuurlijk een crime, maar erop terugblikkend vind ik het heel nuttig indien journalisten de gewoonte wordt bijgebracht te kunnen verantwoorden en uitleggen wat ze hebben gedaan, waarom en hoe.

Want journalisten zijn vaak slordig, en niet alleen in hun berichtgeving. Dat heeft volgens mij met een antiburgerlijk, protestachtig sentiment te maken. Bel een redactie en in de helft van de gevallen vinden er doorverbindtaferelen plaats die in ieder bedrijf inmiddels allang wegens hoogst klantonvriendelijk verboden zijn. Dat is een kwestie van fatsoen. Klanten voor wie mijn bedrijf een persconferentie organiseert, vragen na afloop weleens waarom de journalisten laagjes water in plastic koffiebekers hebben gegooid om er hun as en peuken in te mikken - terwijl het verzoek was om niet te roken. Zoiets is simpelweg ongemanierd; een raar soort protesthouding van overal lak aan hebben en dan denken dat je daarmee je onafhankelijkheid etaleert.

Begrijp me goed: het gaat mij er hier niet om om de fatsoensrakker uit te hangen, het gaat mij erom dat in de rest van de samenleving al een jaar of vijf, zo niet langer, het gevoel voor decorum en respect voor elkaar groeit. De journalistiek toont opzichtig daar geen oog voor te hebben. Dus voor een deel is ze ook losgezongen van die maatschappij die ze zegt te kennen en te beschrijven.

Maar het gebrek aan zelfcorrectie wreekt zich vooral wanneer er grove fouten worden gemaakt. Maartje van Weegen meldde de argeloze kijker naar de NOS-uitzending over de gemeenteraadsverkiezingen op 6 maart tot haar 'spijt te moeten melden' dat Leefbaar Nederland in Rotterdam de grootste partij geworden was. Dat is onbestaanbaar. Ik vind dat de NOS zo iemand een openbare berisping moet geven; een correctie dus, die in overeenstemming is met de zwaarte van het vergrijp. Het is voor een omroep met de pretentie van onpartijdigheid als de NOS onaanvaardbaar dat op zo'n grove, publieke en bewust gekozen inbreuk op die onpartijdigheid geen openbare correctie volgt. En dat ging over de democratie, over de uitkomst van vrije verkiezingen namelijk. Het is laakbaar dat diezelfde Van Weegen vervolgens namens de NOS twee maanden later degene is die de mis en het begrafenisoproer rond Fortuijn verslaat..

Maar er is toch een Raad voor de Journalistiek? Zeker, maar die bestaat voor de helft uit journalisten en houdt zich alleen bezig met casuïstiek en niet met principiële journalistieke vragen.

Ik pleit daarom voor een brede maatschappelijke discussie over de journalistiek, geëntameerd vanuit de journalistiek zelf. Want ik zie helemaal niets in de ideeën van de LPF die neerkomen op staatsbemoeienis; de vrijheid van meningsuiting is echt een te groot goed om mee te stunten.

Ton Elias is oud-parlementair journalist en thans directeur van Elias Advies en Elias Communicatie. Dit is een verkorte en bewerkte versie van een lezing die hij hield in de Debatterij in Den Haag.